Weer zo'n Afleidingsmaneuvre: als er geen muziek meer in de fysica zit
dan maar 's zien of er fysica in de muziek zit. Op zoek naar een stukje
'maatschappelijke relevantie' misschien? Stel je voor: `Physics for the
Millions', of beter nog : Millions for the Physics. Oeps, daar raak ik
een gevoelige facultaire supersnaar. Hoe dan ook, eindelijk 's 'n Edison
voor James Clerk Maxwell i.p.v. al die Willeke Alberti's, lijkt me zo langzamerhand
wel op z'n plaats. We zijn er aan gewend maar zouden iets moeten doen aan
de systematische verkrachting van muziek, denk 'ns aan al die componisten
die zich nonstop in hun graf moeten omdraaien vanwege al die ongewenste
muzikale intimiteiten. Is niet de meest smakeloze potpourri van zich vrijwillig
voortplantende longitudinale dichtheidsfluctuaties, waarvan zelfs de Fourier-getransformeerde
niet om aan te horen is, de
Al-onze-medewerkers-zijn-op-dit-moment-in-gesprek-een-ogenblikje -graag
muziek, en de even deerniswekkende Er-zijn-nog-tien-wachtenden-voor-u
ouverture. Even een Molto Adagiootje van Mahler op de nuchtere maag omdat
ons personeel nog ligt te ronken. Inderdaad, hoe efficiënter het bedrijf,
hoe minder personeel en hoe meer symfonische ontmoedigingsmuziek voor 50ct
p.min. ten gehore gebracht wordt. `Oh, hallo, eindelijk, ja ik wilde graag
informatie over ...'. 'Ik verbind u door, 'n ogenblikje' en daar Vivaldi
je weer voor een paar Jaargetijden de klantenfile in. Het is gewoon
nog erger dan die muzikale diarree die in de toiletten van de betere Hotels
over je uitgestort wordt. Dat is geen `kwestie van smaak' meer.
Dit molto molto miserabile brengt een ongekend verlangen naar
onvervalste minimal music bij mij teweeg. Gewoon de kiestoon van
de PTT bijvoorbeeld. Die onversneden 440 Hz, eentonig maar zuiver, met
het bijkomende voordeel dat je niet wordt gebeld tijdens het luisteren.
Ik hoor liever een stilte voor of na de storm uitgevoerd door het Willem
de Zwijger collectief, dan het levenslied van zo'n hoofdstedelijke
smartlapper die zijn muur behangen heeft met platina platen. Vroeger had
elke stad zijn eigen kiestoon en was er tenminste nog keus voor de `minimal
music-lover'. Toen had je nog van die paranormale vriendjes met absoluut
gehoor die konden horen welke stad je aan de lijn had. Van die encyclopedofielen
die terloops het ganse spoorboekje of de eerste 128 decimalen van het getal
in hun RAM propten om er nadien familiefeestjes mee over het dode punt
heen te helpen. Een ander spectaculair voorbeeld van minimal music vind
ik de zweepslag: dat opzwepend gesuis met plotsklaps zo'n ongehoorde
knal. Opgelet, ik loof nu - this very moment - een taart uit aan de eerstejaars
die mij schriftelijk de beste uitleg verschaft over het fysische hoe en
waarom van het klappen van de zweep.
And now for real, it's better to listen to Natural Sounds. Easy
listening to TUT: The Ultimate Tranquiliser. Op drie-hoog achter, de zoetgevooisde
klanken van welluidende winden (waarover later meer), ruisende bomen en
beken, van de opgaande zon en brekende golven, van vogels, vlinders in
je buik en geblaf in de verte, met als grande finale een stevige onweersbui
met donderslagen. Oorverdovend mooi. Alsof De Pastorale, La Mer, Die Moldau,
Le Chant du Rossignol, Morgenstimmung en The Planets gezamenlijk in de
keukenmixer beland zijn. En voor wie kierewiet wordt van al dit meditatieve
gekrakeel, kan ik het zingen van walvissen aanbevelen: wel een beetje
versneld afdraaien anders blijft het infrasonoor. Beduidend meer emotie
dan zeg maar de modale bromtol. Het blijft duidelijk één
van de betere tear-jerkers van Greenpeace.
Und die Ritzen hatte nicht gewusst hoeveel alternatieve fysici zich
ingelaten hebben met het uitvinden en realiseren van bijzondere muziekinstrumenten,
zaken die ver uit stijgen boven de Wagner-tuba, de Ophicleïde, het
waterorgel of de triangel. Ik werd onlangs meegetroond naar het jubileumconcert
van de stichting `Ultima Musica' en er heerste daar een alles behalve `gelijkzwevende
stemming'. Voor de pauze hoorden we de Zes Dialogen voor Nonnenviool
en Octobas, zeer de moeite waard. De `nonnenviool' is een soort eensnarige
hoedendoos die als neptrompet fungeerde in een tijd (de late middeleeuwen)
dat het bespelen van de trompet door een vrouw als ongepast werd beschouwd.
De `octobas' is een een contrabasvormig mega-instrument van zo'n vier en
een halve meter hoog dat doorgaans door twee macho's wordt bespeeld. Typisch
product van de bas boven bas mentaliteit. Werkelijk heel bijzonder. Na
de pauze het Dissonanten Trio voor draailier, hakkebord en stierhoorn,
gevolgd door een Romance voor mondharp, neusfluit, buikorgel, knieviool
en nagelpiano, opgedragen aan de stichting `Blijf van mijn Lijf'; onvergetelijk!
Als magistraal sluitstuk de uitvoering van een Vijftal liederen voor
zangstem, houtblazers en vlammenorgel van Weissheimer uit 1880. Het
vlammenorgel door liefhebbers (z.g. pyromanen) graag `pyrofoon' genoemd,
werd rond 1875 door Georg Friedrich Eugen Kastner uitgevonden. Het instrument
bestaat uit een 37 tal glazen buizen waarin gasvlammen tot ontsteking kunnen
worden gebracht d.m.v. door toetsen bediende bougies. In deze idiofoon
wordt de toonsterkte door de gastoevoer naar de buizen geregeld. Het is
de enige conceptuele voorloper van de verbrandingsmotor, waarop je Bach's
Kunst der Fuge ten gehore kunt brengen. Dit instrument mag op geen
natuurkundekermis ontbreken, en tegen de tijd dat we met de letterenfaculteit
zijn gefuseerd is het ook zeker geschikt voor een promotieonderzoek in
de multidisciplinaire promotiepool.
Eens verbleef ik in het land van de ware `drugscalvinisten' op een charmant
chateau, waar men schoon genoeg had van dat `son et lumière' gedoe
en dus een locale artiest de opdracht had verstrekt voor het vervaardigen
van een `Poème Pyrosymphonique'. Daar vlogen mij middels
een vernuftige electronische ontsteking tot ontbranding aangevuurde bommen,
granaten en hele brigades vuurpijlen om de oren, alles perfect synchroon
met het ritme van de finale van Beethoven IX die uit speakers door het
park galmde: `Alle Menschen werden berurder'. Dit varkentje zijn zelden
zó de oortjes gewassen. En zij die ooit op een toeristische hoogtijdag
de Karelsbrug (juist ja, die over de Moldau van Smetana) in Praag hebben
moeten oversteken, zullen ongetwijfeld de man met het `kristalorgel'
hebben bezig gezien. Man met baard zit achter een tafel met fluwelen kleedje
waarop zich zo'n veertig deelsgevulde kristallen glazen bevinden. Hij slaagt
er al vingerdopend, duimendraaiend met veel `Fingerspitzen gefühl'
in op zijn glazenbatterij midden in de zomer meerstemmige kerstliederen,
`Oh mein Papa' en 'Langs de Amsterdamse Grachten' ten gehore te trillen.
Mooi stukje fysica. Over orgels gesproken, als kind kwam ik bij een keurige
familie waar de kinderen elkaar regelmatig uitmaakten voor tremulant, holpijp,
bombarde, roerfluit, nasard, baarbijp en gedekte serpent. Later bleek de
familie in het bezit van zo'n huiskamervullend kerkorgel waarop je met
je voeten het Wilhelmus kon spelen. Wilhelmus Pijper ergerde zich
al aan de harmonium-muzikaliteit van de gemiddelde nederlander en nu weet
ik waarom: niets is zo vulgair als de nomenclatuur van orgelregisters.
Trouwens, over muzikale obsceniteiten gesproken, wat dacht u van de petomaan,
de befaamde scheten-virtuoos die met zijn `welluidende winden' het
Parijs van het vorige fin de siècle opluisterde. Prachtig
stukje aerodynamica, maar dat muziekliefhebbers daar ooit in zijn gestonken!
Over `voor de wind gaan' gesproken, tot slot een zakelijke tip: bij
Fokker kunnen ze ook beter dat 31-toons orgel weer eens uit de kast halen
vooral als Samsung een partijtje mee gaat blazen. Daar zit meer muziek
in dan in die F-100. Yamaha is toch ook begonnen met motorfietsen en maakt
nu voortreffelijke piano's tot concertvleugels aan toe. Ook al speelt Wijers
de eerste viool, men kan bij Fokker de Planck toch niet mis blijven
slaan.