Nederlands tijdschrift voor Natuurkunde, mei 2000.





Het veelzeggende voorwoord


Sander Bais

Instituut voor Theoretische Fysica
Universiteit van Amsterdam




    Wetenschappelijke tekstboeken gaan er prat op dat ze zo onpersoonlijk zijn als een baksteen. Dat geeft ze het aura van objectiviteit. Vraagje: wat hebben Beard, Bethe, Baym, Bohm, Bransden, Cohen, Davies, Dirac, Feynman, Gillespie, Greenhow, Greiner, Griffith, Gottfried, Kemble, Kramers, Landau, Leblond, Levy, Lifschitz, Lipkin, Macmurry, Mandl, Martin, Matthews, Merzbacher, Messiah, Mott, Omnès, Pauling, Rubinowicz, Sakurai, Schiff, Shankar, Tannoudji en Weyl, gemeen? Juist, ze schreven allemaal een leerboek over quantummechanica. Het zit namelijk zo, als je quantummechanica mag onderwijzen heb je de keus tussen zo'n vijftig of meer leerboeken: een indrukwekkende ``boeket reeks'' die bol staat van liefde voor onze mooiste kennis. Een uitstekende reden voor de eigenwijze docent om daar zelf nog eens een dik(trak)taatje aan toe te voegen. Hoewel, het voor studenten juist een geweldige opluchting is als ze ontdekken dat de overlap tussen die boeken zo gigantisch is, dat hele boekenkasten in de bibliotheek tot een stapeltje klassiekers lijken te verschrompelen. If you've read one, you've read them all. De persoonlijke visie van de auteur vindt vooral zijn neerslag in de beperkte keuze van onderwerpen en daar biedt de auteur als het goed is dan ook zijn verontschuldigingen voor aan in het voorwoord. Dat op zichzelf is niet zo boeiend. Soms - en daar gaat het hier over - wordt er echter meer verwoord in het voorwoord. Het lijkt de enige plek waar de auteur zijn/haar persoonlijke opvatting durft te ventileren (ik moet toegeven dat de behandeling van het impulsmoment zich daar ook minder goed voor leent). Het voorwoord mag de tijdgeest ademen en ontaardt niet zelden in een verkapte beginselverklaring. Zo fungeert het soms als gemotiveerd vooroordeel, soms als mission-statement en soms als wandelgang van de wetenschap1. Waar geleerden elkaar soms zelfs op hun donder geven. Daarom nu een virtuele quantumdialoog tussen enkele leermeesters aan de hand van het door hun uitgesproken voorwoord. Een stukje quantumbeleving als laagste orde quantumcorrectie op de onpersoonlijke inhoud van enige klassiekers.

    In 1924 verscheen de eerste versie van het standaard werk Methoden der Mathematische Physik van Courant en Hilbert (dit is inderdaad later uitgegroeid tot het tweedelige werk, voor het eerst verschenen in 1938). Het boek ontstond in Göttingen ten tijde van de mentale aardverschuiving die de quantummechanica teweeg bracht. Nadat Courant Duitsland ver voor de oorlog had verlaten werd verspreiding van het werk door de Nazis praktisch onmogelijk gemaakt (zo lezen we in het voorwoord van de Engelse editie uit 1953). Een zwaarmoedige passage uit het voorwoord van 1924:

    So kommt es dass viele Vertreter der Analysis das Bewusstsein der Zusammengehörigkeit ihrer Wissenschaft mit der Physik und anderen Gebieten verloren haben, während auf die andere Seite oft den Physikern das Verständnis für die Probleme and Methoden der Mathematiker, ja sogar für deren ganze Interessensphäre und Sprache abhanden gekommen ist. Ohne Zweifel liegt in dieser Tendenz eine Bedrohung für die ganze Wissenschaft überhaupt; der Strom der wissentschaftlichen Entwicklung ist in Gefahr, sich weiter und weiter zu verästeln, zu versickern und auszutrocknen.

    Aan drijfveren om een prachtig boek te schrijven, bestond voor Courant dus geen gebrek. Eén van de vroege klassiekers (maar in wezen een heel modern boek) over quantummechanica is The Principles of Quantum mechanics van P.A.M. Dirac (eerste uitgave in 1930), zijn voorwoord lijkt aardig op dat van Courant aan te sluiten. Hij was zoals bekend een man van weinig woorden.

    Mathematics is the tool especially suited for dealing with abstract concepts of any kind and there is no limit to its power in this field. For this reason a book on the new physics, if not purely descriptive of experimental work, must be essentially mathematical.

    vervolgens wordt de quantum mechanica gepresenteerd in een vorm die door hem als ``symbolic method'' en door ons als ``Dirac (of bra en ket) notatie'' wordt aangeduid.

    ...I have chosen the symbolic method, introducing the representatives later merely as an aid to practical calculation. This has necessitated a complete break from the historical line of development, but this break is an advantage through enabling the approach to the new ideas to be made as direct as possible.

    Wie van mening is dat Dirac's aanpak te wiskundig van aard is moet troost vinden in het voorwoord van de Mathematische Grundlagen der Quantenmechanik van Von Neumann (1932). De eerste zin daarvan laat weinig aan duidelijkheid te wensen over:

    Der Gegenstand dieses Buches ist die einheitliche, und, soweit als möglich und angebracht, mathematisch einwandfreie Darstellung der neuen Quantenmechanik,...

    verderop wordt er zowaar een compliment gemaakt:

    Eine an Kürze und Eleganz kaum zu überbietende Darstellung der Quantenmechanik, die ebenfalls von invariantem Character ist, hat Dirac in mehreren Abhandlungen sowie in seinem kürzlich erschienenen Buche gegeben.

    dat slechts de opmaat blijkt te zijn voor de daarop volgende, minder genereuze passage:

    Die erwähnte, infolge ihrer Durchsichtigkeit und Eleganz heute in einen grossen Teil der quantenmechanische Literatur übergegangene Methodik von Dirac wird den Anforderungen der mathematische Strenge in keiner Weise gerecht - auch dann nicht, wenn diese natürlicher- und billigerweise auf das sonst in der theoretischen Physik übliche Mass reduziert werden.

    Kramers in zijn Quantum Mechanics uit 1937 huldigt een opvatting die hier haaks op staat en die teruggrijpt op de heuristische, fysisch georiënteerde aanpak van Bohr:

    The apparent lack of mathematical morals which is contritely pointed out repeatedly in the text is not exclusively due to the incompetence of the author. Physical morals, even (or rather especially) in their purest form, that is, unencumbered by pedagogic afterthoughts, do not live happily together with their mathematical relations in the restricted mansion of the human mind-and neither in the restricted volume of a monograph.

    Landau en Lifschitz hebben met hun onovertroffen Leerboek der Theoretische Natuurkunde - het ``Leerboek' dat uit een serie van meer dan tien lijvige delen bestaat - geschiedenis geschreven en een nauwelijks te evenaren standaard gezet. Dit zijn de boeken waaruit de betere Russische fysici graag mochten (re)citeren. ``Don't you know zees, is wellknown problem in chapter four, volume three of L&L''. Het natuurkundig equivalent van wat in onze moerasdelta bijbelvastheid wordt genoemd. Ze hebben er heel wat discussies met hun westerse collega's in hun voordeel mee weten te beslissen. De eerste uitgave stamt uit 1947. In deel drie, ``Quantummechanica'', merken de auteurs het volgende op (ik citeer uit de Duitse versie, die indertijd voor een habbekrats in de landen van het voormalig sovjet imperium te koop was - tenminste, als die niet net `uitverkocht' was ( en die relatief makkelijk leest, omdat de formules niet in die potsierlijke Fraktur gezet zijn)):

    `Man kann nicht umhin festzustellen, dass die Darstellung in vielen Lehrbüchern der Quantenmechanik komplizierter als in den Originalarbeiten ist. Obwohl eine solche Darstellung gewöhnlich mit grösserer Allgemeinheit und Strenge begründet wird, ist jedoch bei aufmerksamer Betrachtung leicht zu erkennen, dass sowohl das eine wie die andere tatsächlich oft illusorisch sind, was sogar soweit geht, dass sich ein beträchtlicher Teil der ``strengen'' Sätze als fehlerhaft erwisst. Da uns eine solche komplizierte Darstellung völlig ungerechtfertigt erscheint, haben wir uns umgekehrt um denkbar mögliche Einfachkeit bemüht und haben vielfach auf die Originalarbeiten zurückgegriffen.'

    Ook David Bohm betreurt in het voorwoord van zijn Quantum Theory uit 1951 de teloorgang van kwalitatieve en voorstelbare fysische concepten. Bohm was zich sterk bewust van de subtiliteiten maar ook van het grote belang van een heldere beschrijving van het meetproces in de quantummechanica (het boek dankt zijn faam in belangrijke mate aan het uitstekende laatste hoofdstuk over de quantumtheorie van het meetproces). De spectaculaire ontwikkelingen waarbij het hele arsenaal van tot de verbeelding sprekende gedanken-experimenten inmiddels afgedaald is naar het echte bloed-zweet-en-tranen-laboratorium, vormen een rechtvaardiging van zijn roep om concrete fysische concepten die ten grondslag liggen aan de quantummechanica verder te expliciteren:

    So strong is this contrast [between classical and quantum physics] that an appreciable number of physicists were led to the conclusion that the quantum properties of matter imply a renunciation of the possibility of their being understood in the customary imaginative sense, and that instead, there remains only a self-consistent mathematical formalism which can, in some mysterious way, predict the numerical results of actual experiments. Nevertheless, ....., it finally became possible to express the results of the quantum theory in terms of comparitively qualitative and imaginative concepts, which are, however of a totally different nature from those appearing in the classical theory.

    In deze bloemlezing mogen de Feynman Lectures niet ontbreken, hoewel in 1963 voor het eerst uitgegeven, vormen zij nog steeds een van de meest oorspronkelijke en succesvolle verhandelingen over het (theoretische) basiscurriculum van de natuurkunde. Inderdaad, het is misschien het eerste echte undergraduate leerboek over de quantummechanica 2. Bij hem zien we ook de herintrede van de eerste persoon enkelvoud in het leerboek, geheel in lijn met zijn afkeer van afstandelijkheid en gewichtigdoenerij. De boeken als geheel en niet alleen het voorwoord, zijn doordrenkt met persoonlijke opinies. Onder het hoofdje First principles (Deel III, Hoofdstuk 1: Quantum Behavior) is de volgende uitspraak onmiskenbaar Mr Feynman:

    This would mean, if it were true, that physics has given up on the problem of trying to predict exactly what will happen in a definite circumstance. Yes! Physics has given up. We do not know how to predict what would happen in a given circumstance, and we believe now that it is impossible - that the only thing that can be predicted is the probability of different events. It must be recognized that this is a retrenchement in our earlier ideal of understanding nature. It may be a backward step, but no one has seen a way to avoid it.

    In het voorwoord legt de legendarische docent ook verantwoording af over zijn pedagogische avontuur (hij heeft daar geen visitatie-commissie voor nodig).

    `The question , of course, is how well this experiment succeeded. My own point of view - which, however, does not seem to be shared by most of the people who worked with the students - is pessimistic. I don't think I did very well by the students. When I look at the way the majority of the students handled the problems on the examinations, I think that the system is a failure.... But then, ''The power of instruction is seldom of much efficacy except in those happy circumstances where it is almost superfluous.'' (Gibbons)'

    Een verfrissende, recente poging (1988) om de innovatieve draad in de presentatie van de quantummechanica weer op te nemen is het boek Quantics van Lévy-Leblond en Balibar. De term ``quantique'' is slang voor ``quantummechanica'' en kennelijk in zwang bij Frans-talige studenten. Ik vrees dat het Engelse ``quantics' zich nog niet in een vergelijkbare populariteit bij de leergierige jeugd mag verheugen.

    Nobody really dares to base an entire course in the spirit of these textbooks [de Feynman en Berkeley series], and often they are only used to breathe an extra bit of spirit (in some physical sense, let us say) into the traditional abstract and scholastic way of teaching. The teaching method of Feynman and Wichman is not, after all, taken seriously.

    Vederop in het voorwoord lezen we:

    One often hears research workers expressing the desire to widen their professional culture, to deepen or rejuvenate their primary education. Such an aspiration does not come from an abstract desire to become generally cultured. Rather, it reflects the desire to increase their ability to picture , interpret and understand physics - their physics. To satisfy this need, these researchers all too often have at their disposal daunting and sophisticated treatises, which they find intimidating, since they have the impression that they would only find abstract answers to their very concrete questions.

    Ook leraren mogen tot de bovenstaande groep van potentiële afnemers gerekend worden. Voor zover mij bekend hebben we na het eerste deel van Quantics met de ondertitel Rudiments of Quantum Physics, nog twee delen - Elements en Complements - tegoed. Hopelijk laten die minder lang op zich wachten dan het in 1965 (in een voorwoord) aangekondigde deel II van Quantum Mechanics van Kurt Gottfried; een deel dat nimmer het daglicht zag 3.

    Mijn conclusie ligt - na deze rondgang - voor de hand: er was aanvankelijk een dringende behoefte zelfs noodzaak om tot een sluitende wiskundige formulering van het ``quantumgebeuren'' te komen, juist omdat de fysische intuïtie waarmee de ware fysicus zo graag goede sier maakte, en die gebaseerd was op een langdurige ervaring met de klassieke fysica, in het quantumdomein op zulk een schrijnende wijze schipbreuk had geleden. Door het zeer brede scala aan quantumverschijnselen en hun toepassingen waarmee we inmiddels ``vertrouwd'' zijn - de indrukwekkende ervaring die wij in het quantumdomein hebben opgedaan - lijkt zowaar de behoefte aan ``intuïtie'' van ons fysici, ook op dat gebied weer bevredigd te kunnen worden. Gewapend met een keur van experimentele verificaties van wat vroeger alleen als gedankenexperiment geformuleerd kon worden, zoals het spelen met EPR-paren, quantum-teleportatie, decoherentie en wat dies meer zij, durven we te argumenteren op grond van onze ``quantumintuïtie''. Intuïtie is immers weinig meer dan een geslaagde liaison van gezond verstand en ervaring. Een nieuwe ``quantumheuristiek'', waarbij je wat ooit ongrijpbaar was nu met je klompen aanvoelt, heeft inmiddels een legitieme status verworven en vindt op zijn beurt weer zijn neerslag in het eigentijdse leerboek. Met het aanzienlijke risico dat onze quantumconversaties meer nog dan voorheen zullen ontaarden in gerede quantumvaagheid. Quantumonzekerheid slaat dan toe op het meta-niveau van de kennistheorie zelf, een benauwende recursie, waar wekelijkse bijvoegsels wel weer wel bij zullen varen.




F.A. Bais
2000-09-16