wie en wat?
ZSB
wat doen wij?
hoe pakken wij het aan?
materialen en methode
labjournaal
waarnemingen
resultaat
broncode
materialen en methode

M a t e r i a l e n :

1.   S o f t w a r e :
Java wordt voornamelijk het materiaal waarmee wij aan de slag gaan. De omgevingen waarbinnen wij Java programmeren zijn JCreator LE en Eclipse. Eclipse bleek de prettigste omgeving voor zowel weergave van packages als de real-time debug mogelijkheden.

Van Java werd de SDK versie 1.5.2 gebruikt.

De belangrijkste buitengewone bibliotheek (bestaande uit 3 packages) in Java: Java3D.jar (dit zal nog meer uitvoerig aan bod komen in het labjournaal en bij de broncode).

2.   H a r d w a r e :
Er is gewerkt op meerdere computers:
- Acer, notebook Aspire 3610 met M380 1.6Ghz processor, 512Mb RAM geheugen
- Asus, AMD Athlon XP 2400+ processor, 784 Mb RAM geheugen
- Dell UNIX machines, gebouw Euclides, ruimte 1.26
- Dell Windows machines, gebouw Euclides, ruimte 1.24

3.   L i t e r a t u u r :
- Het handboek "An Introduction to Robotics for the Computer Sciences" van Leo Dorst, uitgave maart 2001.
- Menig API (application programming interface) van gebruikte en onderzochte Java packages
- "Java by Dissection" door I. Pohl en C. McDowell (uitgave uit 2000)
- "Linear Algebra with Applications" door O. Bretscher (derde editie, 2005)

 

M e t h o d e :
De methode zal vooral een iteratief proces van beschrijven, ontwerpen, programmeren, testen, en debuggen beslaan. We stellen ons steeds sub-doelstellingen (means-end-analysis) en ondervinden gaandeweg in hoeverre de doelstellingen haalbaar blijken, en hoe deze doelstellingen aangepast dienen te worden om binnen het gestelde tijdsbestek toch een enigszins interessante applicatie op te leveren. We werken daarnaast steeds samen of apart op papier enkele ideeën uit om ze vervolgens in pseudocode te beschrijven en tot slot in Java te implementeren.

Ook zijn momenten van rust belangrijk om te relativeren over de tijdsdruk, de haalbaarheid en relevantie van doelstellingen binnen de context van de opdracht.

We overwegen verder zowel afzonderlijk enkele klassen te programmeren om ze vervolgens samen te voegen, als ook gezamelijk te programmeren (een persoon achter het toetsenbord, de ander kijkt en denkt dan hardop mee).

We verwachten niet direct veel waarnemingen en resultaten te moeten behandelen in de vorm van statistische data, maar worden gebonden aan vooral debug-sessies van onze Java code.